Menu
Menu
Activiteiten > Clay Shooting > Disciplines
Bij Chérimont Clay Shooting heeft u de mogelijkheid om verschillende disciplines uit te proberen, zowel Olympische als niet-Olympische.
Clay shooting (of ball-trap voor onze Franse buren), soms ook "kleiduivenschieten" genoemd, is een activiteit in de open lucht die op elke leeftijd kan worden beoefend (vanaf 16 jaar, en vanaf 14 jaar voor de Olympische disciplines) en die erin bestaat met een jachtwapen met gladde loop te schieten op bewegende doelen (bakjes of kleiduiven). Het is een wedstrijd- of recreatiesport en wordt hoofdzakelijk beoefend op permanente terreinen, maar ook op terreinen die tijdelijk voor dit doel worden ingericht.
De klassieke kleibak is veranderd van zwart in oranje, maar er zijn ook bruine, witte, blauwe en groene exemplaren. Het moet een diameter van 110 mm en een gewicht van maximaal 110 g hebben. Er bestaan ook speciale modellen voor de jachtcursus en de Compak Sporting, genaamd: mini, midi, battue, bourdon of konijn.
Van de acht belangrijkste disciplines zijn er drie Olympisch: Olympic Pit, Olympic Skeet en Double Trap. De andere vijf zijn: Universal Pit, Hunting Course, Compak Sporting, Euro Pit (DTL) en Propellers (ZZ).
Bij clay shooting zijn gezichtsscherpte en lichamelijke conditie weliswaar belangrijk, maar is het vooral ook de mentale kracht die de doorslag geeft. Een enkel schot kan het verschil maken tussen overwinning en nederlaag.
De jachtcursus is een schietsportdiscipline die beoogt schietomstandigheden na te bootsen die vergelijkbaar zijn met die welke bij de jacht op klein wild worden aangetroffen. Deze discipline maakt gebruik van alle mogelijkheden van een veld waarop kunstmatige doelen van verschillende types worden geworpen, om de technische en sportieve kwaliteiten van de deelnemers te benadrukken.
De routes reproduceren jachttrajecten: de ren van een konijn, de vlucht van patrijzen of houtsnippen, de landing van een eend, de vlucht van een fazant, de passage van een houtduif, ... Alle hoeken en snelheden zijn toegestaan, rekening houdend met de veiligheid van iedereen.
De schietstanden worden op de grond meestal voorgesteld door een vierkant (zijde van 1 meter) of een cirkel (diameter van 1 meter). Een schietlijn bestaat uit 4 of 5 stations voor een totaal van 25 clays.
Lanceerinrichtingen worden aangeduid met een letter (A, B, C, ...) of met een nummer (1, 2, 3, ...) van links naar rechts. Het gewicht van de patronen en de diameter van het schot zijn beperkt. De schutter schouders bij het zien van het doel en kan er niet op anticiperen. Er zijn verschillende soorten schalen, van de kleinste tot de grootste: de bourdon, de mini, de standaard, het konijn en de battue.
Schietafstand: tussen 10 en 60m
Anekdote
George Digweed, meervoudig wereldkampioen, schoot 130 yards (118m) in 2011
Compak Sporting is een "gecomprimeerde" vorm van de Jachtcursus. Een groep van maximaal 6 schutters (5 actief en 1 stand-by), staat in een rechte lijn, elk op een gemarkeerd vierkant (een vierkant van 1 meter), opgetrokken met een veiligheidsvoorziening, en op een afstand van 3 tot 5 meter van elkaar. Voor hen bevindt zich het "doelgebied", een rechthoek van 40 meter breed en 25 meter diep, 4 tot 8 meter vóór de rij schutters.
Er moeten minimaal zes werpers zijn. De plaats van de werpers is vrij, mits de geworpen doelen geen gevaar opleveren voor de schutters, de scheidsrechters, het personeel en de toeschouwers, zelfs in geval van een No Bird. Alle doelen moeten, op een bepaald punt in hun traject, over de rechthoek ABCD vliegen (zie onderstaand plan).
Het programma omvat vijftien enkele en vijf dubbele doelen of, om de moeilijkheidsgraad te verhogen, vijf enkele en tien dubbele doelen (schot, simultaan of burst) voor een totaal van 25 clays. De gebruikte trays zijn normale trays, maar ook battue, rabbit, mini, drone, flash en eventueel electro-targets.
Schietafstand: tussen 8 en 35 m
Skeet is een Olympische discipline die wordt beoefend op een parcours met twee lanceerhutten die 40 meter uit elkaar liggen. De ene heet PULL en de andere MARK. Vanuit deze hutten worden trays gelanceerd met gedefinieerde en constante trajecten.
De schutters gaan naar zeven schietposten op gelijke afstand die in een boog zijn geplaatst. De lanceerhutten bevinden zich aan beide uiteinden van deze boog. De eerste schietstand bevindt zich aan de voet van de Pull hut en de zevende aan de voet van de Mark hut. Een achtste station bevindt zich in het midden van de as die door de twee hutten loopt.
Het is de schutter niet toegestaan te schouderbuigen voordat hij het doel of de doelen heeft gezien. Deelnemers schieten "singles" en "simultaneous doubles" in series van 25 clays.
Schietafstand: tussen 8 en 35 m
Anekdote
Op de Olympische Zomerspelen van 1992 in Barcelona won de Chinese Zhang Shan de titel in het gemengde onderdeel vóór zeven mannen en brak daarmee het wereldrecord in het onderdeel. Vanaf deze datum werd het skeetmenu aangepast (schrapping van vier enkele borden en toevoeging van twee dubbele) en werden de gemengde onderdelen vervangen door afzonderlijke onderdelen voor mannen en vrouwen.
De DTL bestaat uit een lanceermachine die in een verhoogde put wordt geplaatst. De kuil is gebouwd op een afstand van 14,6 meter van de schutter.
Vijf schietpunten zijn verdeeld in een lijn aan de achterkant van de kuil.
De draagraket moet in staat zijn losse schalen te werpen, binnen de grenzen van hoek, hoogte en afstand (snelheid). De draagraket is uitgerust met een apparaat dat de banen willekeurig en totaal onvoorspelbaar maakt.
Het verzenden van de tray('s) kan handmatig of door een spraakgestuurd apparaat worden geactiveerd.
Schietafstand: tussen 15 en 50 m
Door sommigen beschouwd als de edelste discipline van het clay shooting, bestaat het uit het schieten op propellers waarvan de willekeurige vlucht die van een duif benadert. Het is dus veel moeilijker voor de schutter om te anticiperen op de baan van de propeller.
De propeller bestaat uit een witte schijf, het "verklikkerlicht", gemonteerd op een steun voorzien van twee bladen (meestal oranje). Het wordt verzonden door een draagraket die de schijf eerst ronddraait door hem op zichzelf te draaien (5.000 omwentelingen per minuut).
Deze discipline vereist van de schutter dat hij zeer snel is, want door de onvoorspelbare baan van de propeller moet deze zo snel mogelijk worden geraakt. Hoe langer de schutter wacht, hoe kleiner de kans dat hij de knuppel raakt.
Het lanceerplatform, een vierkant van één meter bij één meter, wordt op een afstand van 24 tot 30 meter van het werptoestel geplaatst. De op de propeller geplaatste getuige moet vallen binnen een cirkel met een diameter van 21 meter, met de lanceerder in het midden.
Schietafstand: tussen 24 en 51 m
Speciaal kenmerk De propeller is het enige doelwit dat versnelt nadat het de lanceerinrichting heeft verlaten
Blijf op de hoogte van onze activiteiten, nieuws, evenementen en al die dingen die uw leven spannender maken en u een flinke dosis onvergetelijke herinneringen zullen bezorgen!
